Een korte geschiedenis over het Romeinse leger

Een korte geschiedenis over het Romeinse leger

Het Romeinse rijk heeft eeuwlang geen echt leger gehad, het waren voornamelijk privé legers, zonder dat deze door de staat werden bekostigd. Deze troepen werden ingezet tijdens veroveringen en burgeroorlogen. Het is dan ook niet voor niets dat Er tot en met de tijd van Julius Caesar velen geen Romeins burgerrecht hadden, maar slaven waren, omdat deze allemaal waren veroverd door individuele Romeinse Adel officieren. 

In het geval dat de Machthebbers van Rome vonden dat er wel militair ingrijpen nodig was, zette zij een volksmilitie in beweging. Deze bestond alleen uit Romeinse burgers, en dat waren dan ook alleen de inwoners van Rome. Burgers die mee wilden vechten, moesten zorgen voor hun eigen uitrusting. Aan het einde van een veldtocht, werd het land verdeeld onder de soldaten, deze kregen dus een stuk land toegewezen, waardoor zij grondbezitters werden. Als men echter kijkt naar de geloofsovertuigingen van de Romeinen, was het heiligschennis om land van iemand anders af te pakken, omdat daarmee de voorouders ontstemd zouden raken en er veel ongeluk over de familie zou komen. Desondanks, vonden zij dit geen reden om anderen te overvallen en hun land in te pikken.

Keizer Augustus was de eerste die inzag dat het niet langer door kon gaan op deze manier. De Romeinen hadden een echt leger nodig, en zo gebeurde het. Hoewel het nog niet een echt leger was, begon de Romeinse adel met het opzetten van Legioenen. Deze legioenen kwamen onder het bewind van een bepaalde adelijke familie. Als die familie besloot om op oorlog uit te trekken, hoefde dat nog niet te betekenen dat alle romeinse soldaten met hem meegingen. Elke familie besloot voor zichzelf welke kant hij koos. Dit leidde tot vele burgeroorlogen, en het zou dan ook pas in de tijd van Julius Caesar zijn dat deze burgeroorlogen zouden stoppen.

Julius Caesar was een charismatische jonge man, die probeerde de Senaat te overtuigen van zijn standpunten. Romeinen waren niet slechts de inwoners van Rome. Bovendien hadden zelfs die niet veel te vertellen. Caesar zag hoe het volk leidde en wilde het verlossen van de tirannie van de Romeinse Adel. Dit deed hij door een vernuftig spel te spelen, en via de legioenen van de adel, een heel leger te vormen zodat hij de burgeroorlogen kon stoppen, romeins burgerrecht kon uitgeven en de vrijlating van vele gevangingen, zijn allemaal dingen die Julius Caesar voor elkaar heeft gekregen. Het leger dat hij had verzameld stond compleet achter hem, omdat zij wisten dat zij aan het einde van de rit iets zouden krijgen. Bovendien was Caesar een goed veldheer, die wist wat hij deed.

Er zijn natuurlijk ook mindere kanten van het Romeinse leger, ze hebben veel mensen gedood, en hielden wel van een gokje. Dat is natuurlijk niet zo vreemd er was veel testosteron dat men nergens kwijt kon. Daarom verzonnen de soldaten een spel dat lijkt op het hedendaagse rad van fortuin, en dit zou heel goed de grondlegger kunnen zijn van het roulette spelen. Wat zij deden was een wiel omdraaien en daar met speren op gooien. Als men goed zou raden, waar de speer terecht zou komen, dan wonnen zij.

 

(166)